Redon Espic
In het departement Dordogne, dat vroeger bekend was onder de oude namen
Périgord blanc Périgord Vert, Périgord Purpre en Périgord Noir, bevinden zich ontelbare kastelen, kerken en kloosters. Onderstaand verhaal gaat over een voormalig klooster met aanleunend kerkje in deze streek.
In de gemeente Castels – naast het dorp Saint Cyprien – ligt aan de rand van een bochtige vallei de deels gerestaureerde kloosterkerk Redon Espic (ook bekend als: Redon l’Espi.) Een kronkelende weg leidt de binnenlanden in, het kerkje dat tegen een beboste heuvel is gebouwd, staat er vredig bij.
Het is misschien wel het meest raadselachtige kloostergebouw in de Périgord. Het is niet precies bekend wanneer en door wie het klooster is gesticht. De architectuur en ligging van de kloostergebouwen tonen overeenkomst met bouwwerken van L’Ordre de Grandmont. Van origine stamt deze monnikenorde uit de Limousin. De orde heeft zich aan het eind van de 12e eeuw verspreid over de Périgord en de Charente.
De orde raakte stevig geworteld in de Périgord, met minstens negen huizen ook wel “cellen” genoemd. In een cel werd samengewoond door een twaalftal religieuzen. Grandmont, het moederhuis, was gelegen in het bisdom Limoges. L’Ordre was gesticht door een kluizenaar Saint Etienne de Muret, geboren in de Auverge in het jaar 1045 en overleden in 1124. De eerste kerk van deze orde werd ingewijd in 1112 door de bisschop van Limoges.
Het kleine klooster Redon Espic, eerst bewoond door monniken, werd in de 13e eeuw bewoond door een tiental kloosterlingen die vanuit de abdij Fontevrault kwamen, gesticht door Robert d’Abrissel in 1099. Het is onduidelijk of deze Robert d’Abrissel betrokken is geweest bij de stichting van Redon Espic.
Doornenkroon
Ongeveer een jaar na de 100-jarige oorlog, in 1545, is het klooster gerestaureerd. Marie de Beynac – kloosterling in Fontevrault – kwam met enkele volgelingen naar Redon Espic en knapte het klooster, waarvan zij voogdes werd, op. Zij was de kleindochter van Geoffroy I – baron van het kasteel van Beynac.
In 1557 wordt in een juridisch document de vermelding “prioratus de Rotunda Spino” gedaan; kloostergemeenschap van de doornenkroon. Van Rotunda Spino is de naam Redon Espic afgeleid.
Opmerkelijk is de toespeling van Rotundo Spino naar “doornenkroon”, een deel van de doornenkroon van Christus wordt namelijk bewaard in de grote Augustijner abdij in het nabij
gelegen Saint Cyprien.
Maar in 1587 veroverde het protestantse leger, aangevoerd door Turenne, de streek en belegerde Sarlat. Tijdens deze religieuze oorlog verjoeg het leger ook de kloosterzusters van Redon Espic en vernietigde het klooster. De kerk bleef gespaard dankzij de dikke, robuuste muren. Echter in 1755 gaf de bisschop van Sarlat het bevel tot opheffing van de kloostergemeenschap. De kerk was niet meer in gebruik en de kloostergebouwen werden tot ruïnes.
Mariaverschijning
De bisschop van Perigueux verleende in 1862 toestemming voor de herinvoering van de kerkdiensten in Redon Espic. Vermoedelijk als gevolg van de officiële instelling van een bedevaarttocht. Deze pèlerinage wordt jaarlijks op acht september gehouden en loopt van een lagergelegen kapelletje naar Redon Espic. Deze kleine kapel is gebouwd op de plek waar een herderinnetje in 1814 l’apparition heeft gezien: de maagd Maria is daar tweemaal aan haar verschenen. Marie-Jeanne Grave was haar naam. De fundamenten van haar huisje zijn nog duidelijk zichtbaar op het terrein waar ze woonde. Deze zijn helaas niet te bezoeken omdat ze op privéterrein liggen – van iemand met een jachtgeweer … Marie- Jeanne ligt begraven op het kerkhof van l’église Saint Martin in Castels.
Wanneer je vanaf Redon Espic terug naar beneden rijdt of loopt, sla dan niet rechtsaf naar de richting van waaruit je gekomen bent, maar ga linksaf. Na tientallen meters ligt het kapelletje aan de linkerkant van de weg. Het is gebouwd in de vorm van een borie, een schaapherdershutje, waar de herder – of herderin – kon schuilen of overnachten. Het heeft verschillende naamsaanduidingen, waaronder “l’apparition” en “chapelle de la vierge”.
Binnen zijn allerlei briefjes tussen de lemen voegen van de oude stenen muur gestopt. Meestal brandt er een aantal kaarsen; in de vlammetjes dansen de nagedachtenis aan overledenen, vraag om steun voor mensen in moeilijkheden of hoop op het uitkomen van een wens. Het staat en hangt er tjokvol met dankbetuigingen. Een groot Mariabeeld vult de ruimte, ze heeft een geheimzinnige glimlach rond haar lippen en slaat de ogen discreet naar de grond. De verf is op sommige plekken van haar stenen gewaad gesleten door de vele handen die haar hebben aangeraakt.
Naast het kapelletje ontspringt een bron met helder drinkwater dat jaarlijks getest en goed bevonden wordt op drinkbaarheid. Aan de andere kant van de smalle weg, tegenover het heiligdom, staat een altaar. Het is te bereiken via een oude stenen trap. Het geheel ademt een serene sfeer; gelouterd vervolg ik mijn weg.
De vrienden en de Lauzes
Terug naar Redon Espic, te voet als pelgrim. De gemeente Castels, een wijd verspreid gebied met circa 580 inwoners, is eigenaar van de kloosterkerk. In december 1999 is Redon Espic op de lijst van historische monumenten geplaatst. Een aantal omwonenden en betrokkenen, bezorgd over de staat en de toekomst van de kerk, hebben in 1996 een vereniging opgericht ter bescherming en behoud van Redon Espic: de vrienden van Redon Espic.
De naastgelegen kloostertuin en het gebogen stenen dak van de kerk werden compleet hersteld. De dakbedekking bestaat uit lauzes, oftewel plakken steen; voorlopers van de dakpan. Heel vroeger waren alle daken in de streek daarmee bedekt. Het loodzware dak steunt op de buitenboog van het gewelf, zonder houtgeraamte. In het najaar van 2007 werd gedacht dat de grondige restauratie-werkzaamheden voltooid waren …
… het regende die donkere avond pijpenstelen en de bliksem verlichtte het kerkje van tijd tot tijd op spookachtige wijze.
Iedere zomer in augustus, wordt een klassiek concert gegeven. Ik was aanwezig bij het eerste concert na de restauratie. Buiten was het noodweer, het regende die donkere avond pijpenstelen en de bliksem verlichtte het kerkje van tijd tot tijd op spookachtige wijze. Terwijl de muzikanten er lustig op los speelden, probeerde de organisatie de muziekkoffers te redden van het door de deur naar binnenstromende regenwater. Op een gegeven moment vielen er ook grote druppels van boven, een deel van – nieuwe – dak bleek zo lek als een mandje! Toch was het een prachtig concert, het noodweer gaf er juist een extra dimensie aan. De twee violisten, de altfluitist en de cellonist voerden ons op bezielende wijze mee naar de werelden van Haydn, Ravel en Dvořák.
Toen er bij daglicht – middels een steiger – een blik op het dak kon worden geworpen bleek dat een groot deel van de lauzes, onder invloed van de vorst, op een soort bladerdeeg was gaan lijken. Het bouwbedrijf dat het dak “gerestaureerd” had met blijkbaar slechte kwaliteit lauzes, gaf niet thuis. Zodra de verzekering de nieuwe restauratiekosten zal betalen, kan het dak écht hersteld worden. Sinds de zomer van 2010 worden er rondleidingen gegeven tussen 1/2 juli en eind augustus; iedere dinsdag vanaf 16.30 op reservering.(Controleer het altijd even vooraf)
Schilderingen
kerkje is, ondanks de restauratie, nog in originele staat; het betreft een zeer puur voorbeeld van de kloosterarchitectuur uit de 12e eeuw. Het sobere kerkje bestaat uit een enkel schip en een koor met drie hoge kerkramen en een klein rond raam erboven. Hoog op de muren, daar waar de welving van het dak begint, zijn resten te zien van een frise; een horizontale schildering. Met rozerode verf is een krullerig patroon herhaald, gevangen tussen horizontale lijnen in diezelfde kleur en okergeel. Een toevoeging van een onregelmatig patroon van witte stipjes op de bovenste twee lijnen, geeft het geheel een speels effect. Hier is iemand ooit heel druk mee geweest.
Er zijn twee toegangsdeuren, de linker komt uit op een kleine binnenplaats: het hart van de voormalige kloosterruimte. Voor driekwart omzoomd met afgebrokkelde muren
Omringd door bomen en ver weg van de doorgaande weg is het oorverdovend stil op deze bijzondere plek. Ik adem de vredige sfeer in die er hangt en geloof heilig dat oude bouwwerken nooit per toeval op een bepaalde plek werden gebouwd …
Wanneer ik de gevel van het kerkje bekijk zijn duidelijk de sporen te zien van waar het klooster vastzat aan de kerk. In de muur is een nis te zien en de gaten waar de vloerbalken ooit in de muur bevestigd zaten. Er zijn op twee plekken nog stenen traptreden intact; ik hoef weinig moeite te doen om het ruisen te horen van de zware gewaden van de kloosterlingen en het klakken van hun leren sandalen op de treden. Gedachteloos dwaal ik wat rond en laat af en toe mijn vingers over de stenen van de eeuwenoude ruïne glijden. Ik voel de onregelmatige ruwe structuur van de okergele stenen die kenmerkend zijn voor deze streek.
Via een goed geconserveerde poort loop ik de traptreden daarachter op; bovengekomen heb ik een goed uitzicht op het dak van lauzes en de ruïnes van het kloostergedeelte. Het stemt me tevreden dat er mensen zijn die zich het lot aantrekken van dit verstilde kloosterkerkje met haar bewogen geschiedenis.
Meer weten en/of vriend worden van Redon Espic: www.redon-espic.com 0033 553 30 35 26
Schrijfster
Danielle van Duijn is de schrijfster van het boek “VerhalenderWijs”. Hierin beschrijft zij hoe ze door het wonen in la douce France steeds wat wijzer is geworden. Over zichzelf, het buitenleven, het volk, het land, de verschillen met Nederland en het leven in het algemeen. Soms door schade en verdriet, maar bovenal met verbazing en plezier. De belevenissen uit haar nieuwe leefwereld heeft zij naar waarheid en in chronologische volgorde aan het papier toevertrouwd. Dit boek is het resultaat! Het boek bestaat uit 88 korte verhalen, telt 292 bladzijden en is geïllustreerd met cartoons. Bestel het boek van Danielle hier.
Abonneer op onze nieuwsbrief